Responsive image

2.2.1. Het nastreven van groene financiering en...

Download de app voor meer functionaliteit.

2.2.1. Het nastreven van groene financiering en...

2.2.1. Het nastreven van groene financiering en investeringen en het waarborgen van een rechtvaardige transitie

Om de ambitie in het kader van de Europese Green Deal waar te maken, zijn er aanzienlijke investeringen nodig. De Commissie schat dat voor de verwezenlijking van de huidige klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 een extra jaarlijkse investering van 260 miljard EUR 27 nodig zal zijn, wat neerkomt op ongeveer 1,5 % van het bbp in 2018. 28 . Deze investeringsstroom moet over een lange periode op peil worden gehouden. De omvang van de investeringsuitdaging vergt dat zowel de publieke als de particuliere sector wordt gemobiliseerd.

De Commissie zal een investeringsplan voor een duurzaam Europa presenteren om in de extra financieringsbehoeften te helpen voorzien. Dit plan zal specifieke financiering ter ondersteuning van duurzame investeringen combineren met voorstellen voor een verbeterd faciliterend kader dat bevorderlijk is voor groene investeringen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat er aan de planning van een reeks duurzame projecten wordt gewerkt. Technische bijstand en adviesdiensten zullen projectontwikkelaars helpen bij het vaststellen en voorbereiden van projecten en bij het verkrijgen van toegang tot financieringsbronnen.

De EU-begroting zal een sleutelrol spelen. De Commissie heeft een streefcijfer van 25 % voorgesteld voor de integratie van klimaatmaatregelen in alle EU-programma’s. De EU-begroting zal ook aan de ontvangstenzijde bijdragen aan de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen. De Commissie heeft nieuwe inkomstenstromen (“eigen middelen”) voorgesteld, waarvan er één is gebaseerd op het niet-gerecycleerde plastic verpakkingsafval. Een tweede inkomstenstroom zou erin kunnen bestaan dat 20 % van de inkomsten uit de veiling van emissierechten in het kader van de EU-regeling voor emissiehandel aan de EU-begroting wordt toegewezen.

Ten minste 30 % van het InvestEU-fonds zal bijdragen aan de bestrijding van de klimaatverandering. Bovendien zullen projecten worden onderworpen aan een duurzaamheidstoets om te beoordelen welke bijdrage zij leveren aan de sociale, klimaat- en milieudoelstellingen. InvestEU biedt de lidstaten ook de mogelijkheid om van de begrotingsgarantie van de EU gebruik te maken, bijvoorbeeld om de doelstellingen van het cohesiebeleid inzake het klimaat op hun grondgebied en in hun regio’s te verwezenlijken. InvestEU versterkt ook de samenwerking met nationale stimuleringsbanken en -instellingen, wat een algehele vergroening van hun activiteiten kan stimuleren ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de EU. Bovendien zal de Commissie, in het kader van de herziening van de EU-regeling voor de handel in emissierechten, de rol evalueren van het innovatiefonds en het moderniseringsfonds, die niet uit de langetermijnbegroting van de EU worden gefinancierd. Er zal naar worden gestreefd hun rol te versterken en hun doeltreffendheid bij de invoering van innovatieve en klimaatneutrale oplossingen in de hele EU te vergroten. Bij de herziening van de EU-regeling voor de handel in emissierechten zal ook worden overwogen om extra inkomsten uit emissierechten aan de EU-begroting toe te wijzen met het oog op de versterking van de financiering van de rechtvaardige transitie.

De Commissie zal eveneens samenwerken met de Europese Investeringsbank (EIB)-Groep en nationale stimuleringsbanken en -instellingen, alsook met andere internationale financiële instellingen. De EIB heeft zich ten doel gesteld haar klimaatdoelstelling van 25 % te verdubbelen tot 50 % in 2025 en daarmee de klimaatbank van Europa te worden.

In het kader van het investeringsplan voor een duurzaam Europa zal de Commissie een mechanisme voor een rechtvaardige transitie voorstellen dat een fonds voor een rechtvaardige transitie omvat en dat ervoor moet zorgen dat niemand achterblijft. De transitie kan enkel slagen als zij fair en inclusief verloopt. De meest kwetsbaren zijn het meest blootgesteld aan de schadelijke gevolgen van de klimaatverandering en de aantasting van het milieu. Tegelijkertijd zal het in goede banen leiden van de transitie significante structurele veranderingen met zich meebrengen inzake bedrijfsmodellen, vereiste vaardigheden en beprijzing. Afhankelijk van hun sociale en geografische situatie, zullen burgers op verschillende manieren worden geraakt door de transitie. Niet alle lidstaten, regio’s en steden hebben dezelfde uitgangspositie noch hetzelfde vermogen om met de transitie om te gaan. Deze uitdagingen vereisen krachtige beleidsmaatregelen op alle niveaus.

Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie zal zich vooral richten op de regio’s en sectoren die het meest door de transitie worden getroffen omdat zij van fossiele brandstoffen of koolstofintensieve processen afhankelijk zijn. Voor de financiering ervan zal worden geput uit begrotingsmiddelen van de EU en de EIB-Groep om de nodige particuliere en publieke middelen te mobiliseren. Steun zal worden gekoppeld aan het bewerkstelligen van een overgang naar koolstofarme en klimaatbestendige activiteiten. Het doel is ook om de in het kader van de transitie meest kwetsbare burgers en werknemers te beschermen en te zorgen voor toegang tot omscholingsprogramma’s, banen in nieuwe economische sectoren of energie-efficiënte huisvesting. De Commissie zal met de lidstaten en regio’s samenwerken om hen te helpen territoriale transitieplannen te ontwikkelen.

Het mechanisme zal een aanvulling vormen op de substantiële bijdrage die uit de begroting van de EU wordt verstrekt via alle programma’s die rechtstreeks verband houden met de transitie en andere fondsen zoals het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds Plus.

Om in de financieringsbehoeften van de transitie op lange termijn te voorzien, zal de Commissie samen met relevante partners in het kader van het investeringsplan voor een duurzaam Europa verder blijven zoeken naar aanvullende bronnen die kunnen worden aangesproken en naar innovatieve manieren om dit te doen.

De noodzaak van een sociaal rechtvaardige transitie moet ook worden weerspiegeld in het beleid op EU- en nationaal niveau. Daarbij gaat het onder meer om investeringen om betaalbare oplossingen aan te bieden aan wie wordt getroffen door koolstofbeprijzing, bijvoorbeeld via het openbaar vervoer, naast maatregelen om energiearmoede aan te pakken en omscholing te bevorderen. Coherentie van het klimaat- en milieubeleid en een holistische benadering zijn vaak een eerste vereiste, willen de betrokken maatregelen als eerlijk worden ervaren, zoals het debat over het belasten van de verschillende vervoerswijzen illustreert. In het geval van ondernemingen en hun werknemers draagt een actieve sociale dialoog ertoe bij te anticiperen op veranderingen en deze in goede banen te leiden. Nationaal beleid op deze gebieden zal worden ondersteund via het proces van macro-economische coördinatie van het Europees semester.

De private sector zal cruciaal zijn bij de financiering van de groene transitie. Er zijn op de lange termijn gerichte signalen nodig om financiële en kapitaalstromen in de richting van groene investeringen te sturen en gestrande activa te voorkomen. De Commissie zal in het derde kwartaal van 2020 een vernieuwde strategie voor duurzame financiering presenteren met de focus op een aantal acties.

Ten eerste zal de strategie het fundament voor duurzame investeringen verstevigen. Hiervoor zullen het Europees Parlement en de Raad met name de taxonomie voor de classificatie van ecologisch duurzame activiteiten moeten vaststellen. Duurzaamheid moet verder worden geïntegreerd in het corporategovernancekader; veel ondernemingen focussen immers nog te veel op financiële resultaten op korte termijn en te weinig op hun ontwikkeling op lange termijn en op duurzaamheidsaspecten. Terzelfder tijd zullen ondernemingen en financiële instellingen meer gegevens over hun klimaat- en milieubeleid moeten meedelen, zodat investeerders en beleggers volledige informatie krijgen over de duurzaamheid van hun investeringen. De Commissie zal daartoe de richtlijn inzake de bekendmaking van niet-financiële informatie opnieuw bekijken. Om een adequaat beheer van milieurisico’s en matigingsmogelijkheden te waarborgen, en de daarmee samenhangende transactiekosten te verminderen, zal de Commissie ondernemingen en andere belanghebbenden ook ondersteunen door binnen de EU en op internationaal vlak gestandaardiseerde boekhoudpraktijken voor natuurlijk kapitaal te ontwikkelen.

Ten tweede zullen investeerders en beleggers en ondernemingen grotere opportuniteiten krijgen als het eenvoudiger wordt om duurzame investeringen en beleggingen te identificeren en de geloofwaardigheid ervan te verifiëren. Dit zou kunnen door middel van duidelijke keurmerken voor retailbeleggingsproducten en de ontwikkeling van een EU-standaard voor groene obligaties die duurzaam beleggen op een vlotte manier bevordert.

Ten derde zullen klimaat- en milieurisico’s worden beheerd en geïntegreerd in het financieel systeem. Dit houdt in dat dergelijke risico’s beter in het prudentiële kader van de EU moeten worden geïntegreerd en dat moet worden nagegaan of de bestaande kapitaaleisen geschikt zijn voor groene activa. Wij zullen tevens onderzoeken hoe ons financieel systeem kan helpen de bestendigheid tegen klimaat- en milieurisico’s te vergroten, in het bijzonder waar het gaat om de fysieke risico’s en schade als gevolg van natuurrampen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.